Meester laborant, Ger Duyndam, met pensioen
“Laborant zijn gaat niet alleen om verf máken, maar ook om gevoel en je verstand gebruiken."
In 1975, toen je muurverf nog aftapte in een zelf meegenomen pannetje, begon Ger Duyndam met zijn werk als laborant bij RIGO Verffabriek. In 46 jaar heeft hij zelf nog bindmiddelen gestookt, vloog hij de wereld over van China tot Lapland en weet hij zich de tijd nog goed te herinneren dat het drinken van melk een recht was voor werknemers. Na al die trouwe dienstjaren gaat hij op 18 april 2021 met pensioen.
Van bollen rooien naar Verf Manufactorij RiGo
“Voor en na mijn diensttijd werkte ik in het laboratorium van het COT (Centrum voor Onderzoek en Technisch advies). Ik ontleedde daar verf. We maakten onze eigen alkydharsen en acrylaten. Zelfs de bindmiddelen werden eigenhandig gestookt. In die periode heb ik geleerd hoe verf precies in elkaar zit. Daar pluk ik nu nog de vruchten van!
Ik stopte daar en deed wat vakantiewerk. Bollen rooien met van die grote machines die de bollen uit de grond trokken. Mijn moeder attendeerde me toen op een vacature voor een laborant in een verffabriek in IJmuiden. Opa en oma van Westerhoven stonden nog aan het roer van Verf Manufactorij RiGo, maar mijn sollicitatiegesprek was met hun zoon met de imposante leeuwenmanen en baard, Robert van Westerhoven. Ik werd aangenomen en werkte halve dagen op het lab en halve dagen in productie. Ik heb toen erg moeten wennen aan de IJmuidenaren in de productie. Heel anders dan de ‘nerds’ in een laboratorium. Daarnaast viel ik af en toe in als chauffeur om vrachten naar de kop van Noord-Holland te brengen of moest ik als bleue jongen bij de stugge Amsterdammers in de Nieuwe Teertuinen granulaat (steentjes) voor de sierpleisters oppikken. Soms doodeng.”
Milieubewust en melkrecht
“Na een half jaar kon ik fulltime op het lab aan de slag. In 1978 namen de broers Arnold en Robert het stokje over in de fabriek. Milieubewustzijn zat er al vroeg in bij de familie. Destijds werd gedacht dat waterverdunbare verf heel goed was. Als het maar waterverdunbaar was, was het milieubewust. Na life cycle analyses bleek dit niet helemaal waar te zijn. Waterverdunbaar helpt tegen vergeling, maar het was niet zo goed voor het milieu als we dachten. We zijn toen aan de slag gegaan met het ontwikkelen van echte natuurverven. Hier kwamen bijvoorbeeld Linal, Maril en Linolux uit voort.
We verhuisden naar de huidige locatie en we gingen samen met Evert Koning uit Zaandam. Uit die tijd weet ik nog heel goed dat we melk kregen als werknemers. Het drinken van melk zou zogenaamd helpen tegen de dampen van oplosmiddelen. Dit was niet zo, maar ja, het was nou eenmaal een recht wat je had als werknemer.”
Geen aktetassen, wel tussen de mensen
“Een tijd lang vloog ik samen met Arnold de hele wereld over om onze kurklakken aan de man te brengen. We zijn in Italië, Spanje en Portugal, de bakermat van kurkproducenten, geweest. Maar ook China en Lapland hebben we gezien. In Lapland kregen we een auto met spikes mee om door de sneeuw te komen. Maar ook één van de eerste mobiele telefoons met een grote accubak. Als we zouden strandden konden we een noodoproep doen.
Wij gingen vaak naar onze klanten om ze te helpen met de industriële toepassingen van onze materialen, waarbij wij van tevoren al getest hadden bij de machineleverancier. Als Arnold dan ging praten met de directeur, legde ik mijn oor te luisteren bij de werknemers. Andere verffabrikanten kwamen met hun chique aktetassen niet verder dan het kantoor van de directie. Het werd enorm gewaardeerd dat wij ook op de werkvloer tussen en onder de machines doken om het complete plaatje te krijgen.”
Vernieuwing door nieuwsgierig zijn
“En dat is wat ik mijn collega’s van nu en in de toekomst graag meegeef. Als je laborant bent in een verffabriek gaat het er niet alleen om dat je verf kunt maken, maar dat je ook overal interesse in toont op het gebied van zowel chemie áls techniek. Het gaat om gevoel en je verstand gebruiken. Heb belangstelling voor alles, voer gesprekken met leveranciers en lees je in. Alleen dan kom je tot innovaties.
De afgelopen jaren staan de zoons van Arnold, Machiel en Toon - van de laatste heb ik de geboorte nog meegemaakt – aan het roer van de verffabriek. We zijn van een ‘technologie gedreven bedrijf’ naar een ‘markt gedreven bedrijf’ gegaan. Vroeger maakten we eerst iets en dan gingen we kijken of we het ook konden verkopen. Tegenwoordig doen we eerst marktonderzoek en dan pas gaan we maken. En hoewel ik het soms jammer vind dat de technologie wat ondergeschikt is geraakt, is dit een goede ontwikkeling. Met alle expertise in huis, worden er vast nog veel meer mooie dingen gemaakt.”
Loslaten – tot groot genoegen van zijn collega’s – kan Ger nog niet. De oude rot in het vak blijft 2 dagen in de week om te helpen met het opstellen van veiligheidsbladen en verdiept hij zich in etiketterings-voorschriften. De andere dagen gaat hij onder andere genieten van meer tijd met zijn kleinkind, sporten met zijn zoon, uitstapjes maken samen met zijn vrouw Joke en zijn (metal, K-pop en J-rock) muziek luisteren.
Ger, dank je wel voor de samenwerking de afgelopen én de komende jaren!